Er zijn veel Nederlandse diersporengidsen, maar die zijn vaak te groot om naast fototoestel en kijker nog mee te nemen. Bovendien, ze kunnen niet tegen regen! Dat maakt deze handige, kleine, geplastificeerde en rijk geïllustreerde, gidsjes zo bijzonder.
Loopsporen geeft eerst de gebruikte termen, dan tips zoals: wat zijn de beste plekken, ga vroeg of laat op de dag op pad als de schaduwen langst zijn en sporen het best zichtbaar en loop tegen de zon in; hoe maak je een gipsafdruk van een spoor. Maar ook ga eerst even rustig zitten, kijken, luisteren.
Spoorvolgen is een logische aanvulling op wat de auteurs ons eigenlijk willen leren: niet in eerste instantie wie maakte het spoor, maar wat deed de spoormaker? Je treedt als ware in zijn sporen.
Bestudeer dus niet alleen loopsporen, maar ook knaagsporen en door de spoormaker gebroken takken, gekneusde bladeren, platgedrukt gras. Wordt sporenlezer zoals de prehistorische jager.
Boekbespreking in Natura (KNNV) door Gerhard Cadee