Site Overlay

Zwitserland: Dieren en hun sporen

VAKANTIE IN ZWITSERLAND

Dieren en hun sporen in de Alpen

Dit is ongetwijfeld in heel veel gezinnen een jaarlijks terugkerend ritueel: waar gaan we dit jaar heen met vakantie? “Ik wil wel naar Zwitserland,” zei mijn vrouw Sandra. Daar had ikzelf een-twee-drie niet eens aan gedacht! Voor onze twee jongens geboren zijn, hebben we samen meermaals tochten gedaan door de Alpen. Op zelf uitgestippelde routes door Graubünden, maar ook de bekende Tour de Monte Rosa: een rondwandeling door de Zwitserse en Italiaanse Alpen. Aangezien onze jongste zoon nog nooit in de Alpen was geweest, werd de beslissing snel gemaakt. De oudste is inmiddels van de leeftijd dat hij niet meer mee wil, dus het bleef bij mij, Sandra en onze jongste, Thijs. Die laatste ken je wellicht, want Thijs helpt sinds een half jaar ook bij diverse cursussen van Weylin Tracking.

Met mijn oudste zoon was ik al wel eens naar de Zwitserse Alpen geweest. We waren toen in het Aletsch gebied, waar ik destijds erg van gecharmeerd was. We hebben er een wandeling gemaakt met prachtig uitzicht op de gletsjer. Als kers op de taart liet een gems zich overdag ook nog bewonderen.

Een gems staat op een bergwand.
Deze prachtige gems liet zich zien in 2014, toen ik met mijn oudste zoon op pad was in het Aletsch gletsjer gebied.

Als spoorzoeker bedenk ik mij tijdens de voorpret van het voorbereiden van een vakantie welke sporen ik zou kunnen ontdekken. Die voeg ik dan toe in onze (digitale) sporengidsen. Waar vrouw en puberzoon nog wel eens willen uitslapen, word ik vaak vroeg wakker. Ik maak dan graag gebruik van deze uren om erop uit te gaan. Deze vakantie gaf mij de kans om sporen te vinden van typische dieren uit de bergen, zoals gemzen, alpenmarmotten, notenkrakers en meer. In deze blog neem ik je mee op enkele van die zoektochten.

Ontbrekende prent van een alpenmarmot

Vrijwilliger Tom Dekker vond ooit de perfecte prent (spoorzoekertaal voor een pootafdruk) van de achterpoot van een alpenmarmot. Er miste dus nog een goede foto van de prent van een voorpoot in het paspoort van de alpenmarmot op onze digitale sporengids. Zou het mij gaan lukken deze te gaan vinden?

Daarvoor moet je natuurlijk eerst het leefgebied van de alpenmarmot vinden. Alpenmarmotten zijn van oorsprong eigenlijk geen bergdieren, maar leefden in koudere tijden (na de ijstijd) verspreid door Europa. Nu leven ze dus hoger in de bergen, omdat de gemiddelde temperatuur daar voor hen nog te doen is. Ben je ooit hoger in de bergen geweest, heb je alpenmarmotten vast wel gehoord. Decennia terug, in ons kinderloos bestaan, hebben Sandra en ik ze regelmatig gehoord tijdens onze bergtochten. Hun alarmroep klinkt verdacht veel als die van een alarmerende vogel. Dus in het begin zochten we nogal eens in de lucht naar de maker van het geluid…

Een alpenmarmot op de Breithorn in Grengiols. De bloemen daar zijn echt prachtig. Hier moest ik heen terug!

Vlak achter ons huisje begint een wandelroute naar de top van de Breithorn. Met zijn net geen 2800 meter geen echt hoge berg, maar nog steeds een flinke wandeltocht voor mijn jongste zoon Thijs en mij. Na een paar uur zweten op zijn flanken kwamen we aan op de top, die inderdaad behoorlijk “breed” was. Een mooie afgevlakte bergtop waar ik al snel burchten vond van alpenmarmotten. Even rondturen en ja hoor, ik kon ze ook zien. Hier leven alpenmarmotten! Thijs en ik hadden onze tocht naar de top voltooid en ik had een locatie gevonden waar ik op zoek kon gaan naar de ontbrekende prent van een voorpoot.

Met de auto omhoog

Daags later gingen we met zijn drieën terug naar de top. Dit keer met de auto, want een heus bergweggetje in de stijl van “gevaarlijkste wegen” kon ons brengen naar de pas, die op wandelafstand van de top ligt. De auto gaf mij ook de mogelijkheid om mooie foto’s te maken van deze fotogenieke dieren. Mijn camera met bijbehorende lenzen zijn me toch echt te zwaar om mee te nemen tijdens een bergwandeling recht omhoog. Maar met een auto werd de keus om zware camera-apparatuur mee te nemen wel erg gemakkelijk. In de video hieronder kun je het resultaat zien. Wat een prachtige dieren zijn het toch!

Aan het werk bij het fotograferen van alpenmarmotten.

Na het kijken van de video begrijp je wellicht ook waarom we vele jaren omhoog keken bij het horen van alarmerende alpenmarmotten. Ik vind het ergens best wel grappig dat de alpenmarmotten zelf ook omhoog kijken wanneer ze het geluid maken. Ze waarschuwen de andere leden van de groep wanneer er roofvogels overvliegen. Op plekken waar veel wandelaars komen, zijn de alpenmarmotten minder schuw. Maar hier moest ik echt de tijd nemen en niet te veel bewegen. Na verloop van tijd accepteerden de alpenmarmotten mijn aanwezigheid en werd ik niet langer als gevaar gezien. Dat gaf mij dan ook de mogelijkheid om te gaan zoeken naar die ontbrekende prent…

Dan ervaar je weer in wat voor geweldig sporenland wij leven. Nederland bestaat voornamelijk uit zand. En zand is het perfecte medium voor poten om mooie prenten in af te drukken. In de bergen is het echt totaal anders. De directe omgeving rond de burchten bestond veel uit stenen. Er waren hooguit wat vage omtrekken van hun poten te vinden. Ook de stoffige weg over de pas hielp mij niet. Die was zó stoffig dat er slechts vage omtrekken te vinden waren… Ik heb dus geen prent van een voorpoot gevonden, helaas. Jammer! Moeten we nog eens terug… 😉

Compulsief gedrag?

De zoektocht naar die ene prent van een voorpoot deed mij overigens ook beseffen wat een verzameldrang ik soms heb. Ik wil graag nieuwe sporen vinden, vooral voor onze (digitale-) sporengidsen. Maar soms dringt ook het besef door dat in bepaalde omstandigheden, of voor bepaalde dieren, het door mij gewilde spoor niet altijd het spoor is dat je nodig hebt om het dier zelf te kunnen vinden. Voor de alpenmarmot zijn de burchten onmiskenbaar. Er is geen ander dier op deze locatie dat dergelijke holen maakt. Prenten zijn hier dus minder van belang. Desalniettemin: die prent van die voorpoot komt er vast nog eens…

Op de voorgrond een hol met uitgegraven zand. Op de achtergrond is de Matterhorn te zien, deels gehuld in wolken.
Een typische burcht van alpenmarmot. Met uitzicht op de Matterhorn, je kan het slechter treffen!

Vraatsporen op kegels van de Alpenden

Tijd voor een andere uitdaging! De vraatsporen van verschillende dieren op de kegels van de alpenden.

Loop je in Zwitserland door een dennen- en sparrenbos; dan zul je er veel gaan zien én horen, de notenkrakers.

Stel je een prachtige bonsaiboom voor. Nou, zo ziet een oude alpenden eruit. Wat een prachtige bomen zijn dat! Ze worden lokaal Arve genoemd en komen in berggebieden tot de boomgrens voor. De kegels van alpendennen vormen een belangrijk onderdeel van het voedsel van heel veel dieren. Op veel plekken zijn de aangevreten kegels te vinden. ‘Muizen’ en eekhoorns eten ze bijvoorbeeld, maar ook notenkrakers. De kegels laten andere sporen achter dan wat wij gewend zijn van kegels in Nederland.

Bij ons zitten de zaadjes van kegels achter een dekschildje. Dat gehele zaadje wordt erachter verwijderd en vervolgens genuttigd. Bij de alpenden werkt het weer net een beetje anders. Elk individueel zaadje is namelijk omhuld door een harde schil. En omdat elk dier weer zijn eigen methode heeft om bij de smakelijke inhoud van het zaadje te komen, kun je dus aan de restanten, met name aan die harde schil, zien welk dier van de kegel heeft gegeten. Zo heb ik als spoorzoeker weer een nieuwe opdracht voor mezelf gevonden: ‘vind de verschillende typen, achtergelaten door ‘muis’, eekhoorn en de prachtige notenkraker’.

In de naaldbossen van de Alpen ben je nooit ver verwijderd van een notenkraker.

Deze vogels zagen we dagelijks en in grote aantallen. In de lage landen is het een zeldzame vogel. Zo’n eentje waar een grote toeloop naar ontstaat wanneer iemand een locatie op social media deelt. Ik heb begrepen dat er in België een broedgeval is geweest. Dat was vast ergens in de Ardennen in een bos vol met sparren en dennen. Notenkrakers behoren tot de kraaiachtigen en maken de prachtigste geluiden. Enkele geluiden herken je al snel, maar ze zijn in staat tot het maken van veel verschillende geluiden. Na een tijdje begon ik bij elk vreemd geluid dat ik niet kende aan notenkrakers te denken 🙂

De vraatsporen in detail

Twee schildjes van de zaden uit ene kegel van een alpenden. Een hakspoor van de notenkraker.

Zoals je in de video kunt zien, gebruiken notenkrakers verhogingen om meegebrachte kegels te bewerken. Vooral stronken van omgevallen bomen heb ik hier veel voor gebruikt zien worden. De kegels die hier zijn bewerkt, lijken erg op kegels die door de grote bonte specht zijn bewerkt: behoorlijk kapot gehakt. De harde schildjes van de alpenden zaden liggen er kapotgehakt bij.

Op de foto zie je twee van die schillen met haksporen.

De vraatsporen van eekhoorn en muizen bleken een stuk lastiger te vinden. Ken je de eetplaatsjes van eekhoorn in Nederland, dan herken je ze ook wel in de Alpen. Eekhoorns openen de dekschilden op grovere wijze dan muizen doen. Op een paar plekken had ik geluk en had een muis een kegel verder bewerkt. Dat resulteerde in keurig netjes opengewerkte schilden.

Op de foto een kegel van een alpenden waar onderop vraatsporen van eekhoorn en boven vraatsporen van een muis te zien zijn. Onderop de foto kegels van sparren.

De allerlaatste avond heb ik nog een wandeling met mijn vrouw gemaakt. Als een soort van afscheidscadeau liet een notenkraker een vers bewerkte kegel van alpenden vlàk langs ons heen op de grond vallen. Die dingen zijn zwaar! Resultaat was een een flinke plof en twee overslaande harten. Wij waren juist bezig om zo stil mogelijk door het bos te bewegen in de hoop om gemzen van dichtbij te kunnen bewonderen…

Misschien wel het mooiste hoefdier van Europa?

De foto bovenaan deze blog, die ik maakte in 2014 is natuurlijk een prachtige foto. Maar destijds had ik nog niet de kwaliteit camera die ik nu bezit. Ik heb het nog even opgezocht, de foto is gemaakt met een Samsung WB650 pocketcamera. Met de tot de verbeelding sprekende tagline “for the digital nomad”. Helemaal geen slecht ding hoor, en als je bergop wandelt een stuk prettiger om mee te nemen dan mijn huidige Sony A1 met 200 tot 600 mm lens, de lens die ik meestal kies als ik een goede allround lens bij mij wil hebben.

Gemzen behoren tot de holhoornigen. Als je ze voor het eerst ziet, doen ze je wellicht een beetje denken aan een andere typische bewoner van gebergten, namelijk geiten. Thijs omschreef de gems als: “je neemt een geit, plakt er een dassenhoofd op, waar je het gewei van een ree op zet”. Ik denk dat dat een goede omschrijving is. Gemzen zijn vooral in de ochtend en in de avond actief. Midden op de dag schijnen ze te rusten. Opvallend in het gebied waar we waren, was dat het zo eind van de middag snel gedaan was met de wandelaars. Na vier in de middag werd het snel rustiger en verschenen ook de gemzen. Ik hoefde er dus helemaal niet een wekker voor te zetten. Alleen maar mijn avondeten iets later te nuttigen.

Fotografische impressie van het fotograferen van gemzen.

Bij elk dier dat ik via hun sporen gevonden heb en vervolgens wil gaan fotograferen, moet ik het weer ontdekken: wat kan ik doen en op welke wijze? In een ideaal geval zet je ergens een schuiltent neer waar je uren gaat wachten tot er een dier opduikt. Die heeft dan als het goed is geen flauw benul dat jij er bent. Zo heb je de kans mooie foto’s te maken. Vorig jaar heb ik zo prachtige foto’s van een boommarter kunnen maken. Tijdens de vakantie werkte dat een beetje anders. Ik wilde toch graag mobiel zijn, want ik was ook aan het spoorzoeken. En helaas heb ik op vakanties geen weken de tijd een locatie te scouten, vervolgens een schuiltent neer te zetten en dan avonden te gaan zitten. Hier moest het anders.

Een gems staat op de wortels van een alpenden. Op de achtergrond boomstammen en een bergwand.
Het lijkt wel een in scene gezette situatie in een museum. Ik ben heel blij met deze foto van een gems.

Mijn ervaring op deze plek was dat gemzen in eerste instantie mensen niet echt vertrouwen. Kwam ik om een hoek tevoorschijn, dan gingen de kopjes omhoog en werd ik indringend aangekeken. Nu was van belang mij niet te veel op die gemzen te richten. Bleef ik ze toch recht aankijken en -oh jee- meteen mijn grote lens op ze richtte, dan gingen ze er vandoor. Maar deed ik wat nonchalant, doen alsof ik tegen een ander mens aan het praten was terwijl ik vooral niet hun richting op keek, dan werd ik al snel geaccepteerd. Vaak al binnen enkele seconden. Soms waren ze heel dichtbij, zoals je in de video hebt kunnen zien. Dan had ik alle kans ze te bestuderen en foto’s te maken. Bovenstaande foto ben ik echt heel erg blij mee. Het heeft iets surreëels. Alsof het een diorama in een natuurmuseum is.

Sporen, sporen, sporen

Deze vakantie thuisgekomen met een boel diersporen die specifiek zijn voor de Alpen. Inmiddels heb ik al veel toegevoegd aan onze digitale sporengids. Nieuwe sporen zijn toegevoegd aan de reeds bestaande paspoorten van alpenmarmot en gems. Maar ik heb ook geheel nieuwe paspoorten toegevoegd. Die van de notenkraker en alpenkauw. Ook de vraatsporen op de kegels van alpenden staan inmiddels op de paspoorten van muizen en eekhoorn. Andere sporen moet ik nog toevoegen. Zo heb ik ook haren van gems, alpenmarmotten, en zelfs sneeuwhaas kunnen bemachtigen.

Sandra en Thijs met op de achtergrond de Aletsch gletsjer.

Er zijn ook sporen waar ik goed over moet nadenken wat ik er precies mee doen wil. Zoals de veer die mijn vrouw Sandra vond bovenop de Breithoorn: een heuse handpen van het winterkleed van een alpensneeuwhoen! Op mijn takenlijst voor de digitale gids heb ik toegevoegd een video of zoeksleutel over de herkenning van veren, waar deze handpen als mooi voorbeeld voor kan dienen. Daar past ook de staartpen van de alpenkauw die we gevonden hebben tussen. Dan rest nog wel de andere veren van deze vogels, die ik nog niet in bezit heb… En zo blijf ik bezig en wordt de lijst nog te vinden en te documenteren sporen er niet bepaald korter op. Mooie bijkomstigheid is dat die lijst wel weer prachtige vakantielocaties voor de toekomst geeft!